Het ding

Het studentenkot: “Een vat vol herinneringen!”

4 min
04-04-2025
Tekst Ines Van Gucht en Peter De Meyer
Beeld Sarah Van Looy

Een week volledig in het teken van op kot gaan? Dat is de Zot van mijn Kot-week van de Universiteit Antwerpen. Alumni Debby Vriens, Filip Coenen en Pieter Snyers waren in den tijd ook volledig zot van hun kot. Zij brachten hun studentenjaren door in een van de voormalige studentenhomes van UAntwerpen. “Het is misschien een cliché, maar die tijd in het studentenhome was fantastisch”, klinkt het in koor.

Op Campus Drie Eiken opende recent een moderne studentenresidentie de deuren. Enkele jaren geleden kreeg het studentenhome op de Stadscampus een volledige make-over. Beide gebouwen worden nu beheerd door een privéfirma. Vroeger had de universiteit meerdere residenties in eigen beheer. Wie daar verbleef, geraakt er ook jaren later niet over uitgepraat.

“Ik woonde samen met 150 studenten met verschillende achtergronden en uit allerlei richtingen. Dat zorgde voor een unieke dynamiek en hechte vriendschappen. Veel van hen zijn vandaag nog steeds mijn vrienden”, vertelt Filip Coenen, oud-student toegepaste economische wetenschappen en ex-bewoner van studentenhome Ten Prinsenhove op de Stadscampus.

Debby Vriens studeerde geneeskunde en woonde zowel in het studentenhome op Campus Middelheim als Drie Eiken. “De kamers waren klein, maar die beperkte ruimte zorgde ervoor dat je je buiten die vier muren begaf en deelnam aan het leven in het home.” Pieter Snyers studeerde informatica en woonde ook in het home op Campus Middelheim. Daarna zat hij nog een paar jaar op een ‘gewoon’ kot: hij kan dus perfect de vergelijking maken. “In een studentenhome leef je echt samen. Je deelt de keuken, de badkamer en tv-zaal waardoor er automatisch veel contact is met anderen. Op een kot ben je toch meer op jezelf.”

quote image

Ik kende niemand toen ik aankwam, maar ik heb mij geen moment alleen gevoeld, zelfs niet op de eerste dag.

Debby Vriens

De open deur

 Smartphones, sociale media, online gamen: ze hebben zeker een impact op het leven van de hedendaagse student. Een berichtje of een like krijgen is tof, maar is er nog wel ruimte voor onverwachte bezoeken of toevallige ontmoetingen? Die aspecten kleurden het leven op kot vroeger: in de homes stond de deur van je kamer meestal voor iedereen open, letterlijk en figuurlijk. “Als je geen zin had om te studeren of niet wist wat te doen, waren er altijd een paar vrienden bij wie je kon binnenwandelen”, herinneren Coenen en Snyers zich. Niemand uit Vriens’ omgeving had ervaring met een studentenhome. “Ik kende niemand toen ik aankwam, maar ik heb mij geen moment alleen gevoeld, zelfs niet op de eerste dag.”

Hoe zag het leven in het studentenhome eruit? Die vraag doet de ogen van onze alumni fonkelen. Het is meteen duidelijk: dit was een memorabele tijd. Voor Vriens begon de dag meestal met ontbijt in de cafetaria. “Je wist nooit wie er zou zijn, maar je kende altijd wel iemand. En anders was het de perfecte gelegenheid om nieuwe mensen te ontmoeten.” Snyers moet meteen lachen: bij hem begon de dag niet aan het ontbijt, maar eindigde hij daar. “Op donderdagochtend was er altijd spek en dat sloegen we zelden over. Soms gingen we na het feesten rechtstreeks ontbijten en pas daarna slapen.” In Ten Prinsenhove was donderdagavond de vaste uitgaansavond. “Maar eigenlijk was het elke avond feest bij ons”, lacht Coenen.

Het studentenkot als tweede thuis

De huiselijkheid van toen, sijpelt door in de verhalen van de alumni. “Als je van het middelbaar komt, ben je groen tot achter je oren. Je weet niks, maar opeens verandert heel je leven. Daarom was het belangrijk dat het studentenhome meer was dan een slaapplaats. Het moest een tweede thuis worden, voor iedereen”, benadrukt Vriens. “De introverte homegenoten zeiden misschien niet veel, maar dat ze erbij waren was net zo belangrijk.”

Als praeses van PTP, de studentenclub van Ten Prinsenhove, vond Coenen het des te belangrijker om die huiselijke sfeer te creëren. “Veel studenten kenden alleen de mensen op hun gang. Maar door activiteiten te organiseren, gaf je iedereen de kans om heel het gebouw te leren kennen.”

quote image

Sociale contacten leggen was voor mij in het middelbaar niet vanzelfsprekend. Maar als je dan opeens in het studentenhome in zo’n groep terechtkomt, moet je wel. Daar bloeide ik echt open.

Pieter Snyers

Samenleven in diversiteit

Samenleven met zoveel mensen betekende ook omgaan met veel verschillende persoonlijkheden. “Sociale contacten leggen was voor mij in het middelbaar niet vanzelfsprekend. Maar als je dan opeens in het studentenhome in zo’n groep terechtkomt, moet je wel. Daar bloeide ik echt open”, vertelt Snyers. “Mijn ouders merkten dit ook, waardoor ze minder kwaad waren over de herexamens die ik toen had.”

“In het studentenhome zaten heel veel internationale studenten. Zij waren vaak al volwassener en hadden de bagage van hun thuisland, dus moest je een zeker inlevingsvermogen hebben om met hen te praten. Maar dat lukte. Die samenhorigheid was echt alomtegenwoordig.”

Samen uit, samen thuis

Ook tijdens de examenperiodes werd er tijd gemaakt om, toch samen te zijn. “Elke dag om 16 uur namen we pauze. Dan gingen we wandelen of bij slecht weer dronken we samen thee”, vertelt Vriens. “Echt samen studeren werd minder gedaan, omdat iedereen tijdens zo’n stressvolle periode behoefte had aan eigen rust.”

Een merkwaardig verschil tegenover nu, omdat studenten vandaag net wel vaak samen studeren. Vriens: “Tegen het einde van mijn studies, zag ik het studeren in de bib dan weer echt opkomen. Ik denk dat het voor veel mensen fijn is om de mogelijkheid te hebben geconcentreerd te kunnen studeren in het gezelschap van anderen.” In vergelijking met vroeger is er meer mogelijkheid tot afleiding, de sociale controle van de bib heeft daarbij een belangrijk voordeel tegenover studeren op kot.

quote image

Als ik mijn tijd in het studentenhome in één zin moet beschrijven: een vat vol kennis en plezier. Met de nadruk op een vat.

Filip Coenen

Het einde van een tijdperk

Met zoveel mensen samenleven, staat bijna garant voor legendarische verhalen. Dat de deur altijd openstond, kwam soms simpelweg omdat er geen deer meer instond. Vriens begint meteen te gniffelen. “Bij ons was het de gewoonte om elkaars deur te pikken. Er heeft zelfs een deur een paar dagen op het plein tegenover het gebouw gelegen.” Ook de kamerwissel was een bekend fenomeen. Eerst werden er foto’s van alles gemaakt, waarna de kamers volledig werden omgewisseld: van de studieboeken tot het ondergoed. Coenen geeft nog een leuk weetje, terwijl de deugnieterij zo van zijn gezicht af te lezen is: “Als je tuinkerszaadjes in water doet en dit onder iemand zijn deur giet dan heb je na een week een klein grasperk op je vast tapijt.”

De jaren in een studentenhome hebben een blijvende impact. “Mijn persoonlijke ontwikkeling, het sociaal contact, gewoon volwassen worden, dat is echt in het home gebeurd”, benadrukt Snyers. De organisatiemicrobe die Coenen oppikte in het studentenhome, deed hem een tijd in de eventsector werken. Ook het samenwonen kon hij niet loslaten: vandaag baat hij luxe cohousings uit.

 

“Als ik mijn tijd in het studentenhome in één zin moet beschrijven: een vat vol kennis en plezier. Met de nadruk op een vat”, knipoogt Coenen. Nu het merendeel van de studentenhomes er niet meer zijn, is er ook een iconisch stukje studentenleven verdwenen. Het markeert het einde van een tijdperk, maar de herinneringen aan de spontane ontmoetingen, wilde nachten en open deuren die leidden tot vriendschappen voor het leven, zijn tijdloos.

Deel dit artikel