Stilte na de storm

Eredoctor Rik Devillé: "Er moet meer menselijkheid zijn"

10 min
29-01-2024
Tekst Arkasha Keysers
Beeld Davien Dierickx

In de VRT-reeks Godvergeten getuigen talloze mensen hoe ze als kind seksueel misbruikt werden door geestelijken binnen de katholieke Kerk. De documentaire werd bekroond met de Impactprijs van de Kastaars!, de Vlaamse mediaprijzen. De nieuwe impactprijs is “een prijs voor moed, durf en lef in de Vlaamse media” en looft een programma dat “iedereen het afgelopen jaar heeft weggeblazen”. Maar wat nu na Godvergeten? Hoe moet het verder voor de slachtoffers, en hoe kunnen we omgaan met de Kerk? Vier experten werpen hun licht op de zaak.

 

 

Heel wat slachtoffers van seksueel misbruik in de Kerk zochten sinds de jaren 90 hun toevlucht tot Rik Devillé, de priester-auteur die zich in zijn boeken kritisch uitlaat over het instituut. We zien hem ook in Godvergeten. UAntwerpen reikt op 28 maart een eredoctoraat aan hem uit.

 

Al in De laatste dictatuur, Devillé’s eerste boek uit 1992, was hij kritisch voor de Kerk. Het boek werd door kardinaal Danneels verboden, waardoor het net de nodige aandacht kreeg. “Nadien kwamen er mensen naar mij die mij iets wilden vertellen over het seksueel misbruik dat ze hadden meegemaakt. Ik dacht toen dat het om enkelingen ging, maar het bleef maar komen. Vandaag zitten we boven de 1300 meldingen”, vertelt Devillé.

 

Veel gebeurd, veel gelogen

 

Hoe hij zich voorbereidde op de naweeën van de reeks? “Toen in september bleek dat ze aansloeg, kreeg ik al schrik, want sinds 2010 is er veel gebeurd, maar er is ook veel gelogen. De commissie die toen werd ingesteld, ging halfslachtig te werk. Nu eisten we een parlementaire onderzoekscommissie waarin onder eed moet worden gesproken. Men moet de waarheid vertellen. Onze eis lijkt te hebben gewerkt.”

quote image

Mensen met veel macht hoeven zich niet af te vragen hoe een ander denkt, voelt en ervaart.

Rik Devillé

Enkele jaren nadat het seksueel misbruik van bisschop Roger Vangheluwe aan het licht kwam, geeft Vangheluwe vanuit zijn toevluchtsoord in Frankrijk een hallucinant interview, waarin hij mijmerend terugdenkt aan het zogenaamde ‘geheime relatietje’ dat hij onderhield met zijn minderjarige neef. “Die scène bewijst dat de daders zich totaal niet bewust zijn van wat ze aanrichten”, reageert Devillé. “Ze denken dat er niks aan de hand is, hebben geen zicht op wat het betekent om een mens, laat staan een kind te zijn. Hun misbruik is een egocentrische, egoïstische beleving van lust. Het heeft ook met macht te maken. Mensen met veel macht hoeven zich niet af te vragen hoe een ander denkt, voelt en ervaart.”

 Er komt geen eind aan

 

We vragen hoe hij zichzelf staande houdt en positief blijft te midden van zoveel miserie. “Tegen beter weten in denk ik telkens dat het om de laatste gaat”, antwoordt hij. “Ik zou er graag een eind aan zien komen.” Devillé noemt het boek Trauma en Herstel van de Amerikaanse therapeute Judith Herman. “Daaruit leer ik dat 60% van de psychiatrie leeg zou zijn als er geen kindermisbruik zou zijn en dat één dader gemiddeld tussen de 30 en 50 slachtoffers maakt.”

 

Wat kunnen de Kerk en de overheid doen opdat de slachtoffers de erkenning krijgen die hen toekomt? “Het zou mooi zijn om net diegenen die jarenlang als een zwart schaap werden behandeld, eervol te onthalen en hun verhaal te laten doen", zegt Devillé.

Zonder vooringenomenheid

 

Hij vindt de hele historie van seksueel misbruik ook een wake-upcall voor zijn eigen geloofsbelijdenis en is er dankbaar voor. “De maatschappij mag een dictatuur immers niet blind volgen.” Hoe hij ze dan wel belijdt? “’s Ochtends klap ik mijn computer open en zie ik welke vragen er zijn binnengekomen. Daar probeer ik op een menswaardige manier bij aanwezig te zijn, mij in te voelen en daar mee op weg te gaan. Er zit een mens voor je en daar luister je naar, zonder vooringenomenheid, dat is waar het voor mij om draait.”

 

Op 28 maart krijgt Rik Devillé een eredoctoraat van onze universiteit. “Het zweet breekt me uit wanneer ik eraan denk”, reageert hij. “Ik voel me wel vereerd, maar ik heb dat nog tegen niemand durven zeggen. Het gaat m’n petje te boven.”

quote image

De ketting van geweld kan volgens mij pas doorbroken worden als er de juiste zorg is. Er moet meer menselijkheid zijn.

Rik Devillé

Liefde

 

Tenslotte pleit hij voor meer zorgzaamheid en menselijkheid. “Mijn wens is dat we in een land leven waarin de structuren zorg dragen voor mensen in nood. Binnen de groep van slachtoffers zijn er ook die dader worden. Die ketting van geweld kan volgens mij pas doorbroken worden als er de juiste zorg is. Er moet meer menselijkheid zijn. Het woordje liefde valt zo gemakkelijk, maar het mag nog weleens.”

 

 

En hoe zit het met de financiën? Moeten we de Kerk nog sponsoren? Na Godvergeten staan de subsidies die vanuit de overheid naar het katholieke geloof vloeien opnieuw ter discussie. Doctor in de wijsbegeerte en onderwijsbegeleider Leni Franken (Centrum Pieter Gillis) schreef het boek Geld voor je God? De financiering van levensbeschouwingen in België.

 

Elke Belgische belastingbetaler – gelovig of niet – betaalt mee voor de subsidiëring van door de overheid erkende levensbeschouwingen. Zowel de lonen als de pensioenen van een erkende eredienst of niet-confessionele levensbeschouwing worden vanuit de federale begroting betaald, een regeling die sinds de oprichting van België in onze grondwet verankerd is. Maar de verdeling van al die wedden en pensioenen is niet transparant, noch eerlijk verdeeld. “De morele consulent van de vrijzinnige humanisten verdient bijvoorbeeld meer dan de Rooms-katholieke pastoor, maar die laatste mag dan weer diverse taken cumuleren”, vertelt Franken. De een heeft recht op een woning of woonstvergoeding, de ander niet. Franken schijnt haar licht op de wirwar.

quote image

Wat er naar de Katholieke Kerk vloeit, is nog steeds gebaseerd op het idee dat België een katholiek land is.

Leni Franken

“Wat er naar de Katholieke Kerk vloeit, is nog steeds gebaseerd op het idee dat België een katholiek land is. Het aantal gesubsidieerde plaatsen voor bedienaars van de Katholieke Kerk wordt voornamelijk bepaald door het aantal inwoners per parochie – ook de moslim of atheïst die in het gebied van de parochie woont, telt dus mee – en niet door het aantal mensen dat gedoopt is of het geloof ook effectief belijdt. Sinds de oprichting van België kwamen er tal van erkende levensbeschouwingen bij, maar voor hen wordt voornamelijk gekeken naar het geschatte aantal leden, al zijn de cijfers vaag.”

 

Andere landen doen het beter

 

“Volgens mijn Franstalige collega Jean-François Husson ging het in 2022 om 281,7 miljoen euro, waarvan 75% naar de Katholieke Kerk ging. De overige 25% wordt verdeeld onder de andere erkende religies en levensbeschouwingen: de Orthodoxe Kerk, de Anglicaanse Kerk, de Protestants-Evangelische eredienst, de islam, het jodendom en het vrijzinnig humanisme, dat met 15% ook een groot deel van de koek krijgt”, aldus Franken. Dan spreken we trouwens niet over de kosten van het godsdienstonderwijs. Rekenen we die kosten erbij, dan ligt het bedrag aanzienlijk hoger.”

 

Sinds de jaren 60 is er in België natuurlijk ook sprake van secularisering. Is het dan nog wel aangewezen dat de staat religies zo sponsort? “Andere landen bewijzen dat het anders kan”, meent Franken. “In Italië wordt aan burgers via de belastingbrief gevraagd welke religie ze financieel willen steunen. De subsidies worden nadien volgens die voorkeuren verdeeld.”

In Nederland, dat een gelijkaardig systeem kende als België, is de staat in 1983 gestopt met de erkenning en directe financiering van religies. De gelovigen sponsoren hun geloof voornamelijk zelf. Zijn er tekorten, dan kunnen geloofsgemeenschappen wel nog bij de gemeente aankloppen. “Volgens een aantal sociologen en economen leidt verregaande subsidiëring tot luiheid”, duidt Franken. “Nu moet een pastoor zijn best niet doen om een goede preek te schrijven, want hij wordt sowieso betaald. Maar als dat niet het geval zou zijn en je wil dat je kerk vol zit, dan moet de pastoor zijn best doen en vernieuwend zijn.”

 

Andere bronnen van zingeving

 

Franken vindt dat het systeem van de kerkfinanciering best uit de grondwet kan worden gehaald. “We moeten erkennen dat mensen op verschillende manieren aan zingeving kunnen doen. Dat kan binnen de traditionele religies, maar ook met muziek, kunst of sport. Net zoals de financiering van muziekscholen en evenementen niet grondwettelijk vastligt, zo zou dat ook met de financiering van religies en levensbeschouwingen kunnen. Hierdoor kan je een pot vrijmaken en religie qua subsidiëring gelijkstellen aan al die andere bronnen van zingeving.”

quote image

Volgens een aantal sociologen en economen leidt verregaande subsidiëring tot luiheid. Nu moet een pastoor zijn best niet doen om een goede preek te schrijven, want hij wordt sowieso betaald.

Leni Franken

 

Als het gaat om seksueel grensoverschrijdend gedrag in een instituut, kijken we best ook in de eigen rangen. Binnen het Europees project Uni4Equity onderzoekt doctoraatsstudente Sofie Avery (Faculteit Letteren en Wijsbegeerte) hoe universiteiten met dit gedrag kunnen omgaan.

 

“De Kerk is superieur aan iedereen”, zegt een van de getuigen in Godvergeten. Volgens Avery is die superioriteit ook een risicofactor voor misbruik. “In de Kerk heb je ook nog die laag van het metafysische. Tegen een goddelijke superioriteit kan je weinig inbrengen. Bij een universiteit heb je dan weer intellectuele verhevenheid. Het instituut waar je werkt geeft je een bepaalde autoriteit.”

 

Enkel een target?

 

Of ook de hiërarchische structuur van een instelling een invloed kan hebben? “Dat kan ja, ook bij een soort mentorschap bijvoorbeeld, waarbij je in iemands voetsporen treedt. Het is soms moeilijk te rijmen voor slachtoffers dat iemand naar wie je opkijkt je grenzen overschrijdt. In pedagogische relaties, zoals een onderwijsinstelling, krijgen mensen nadien soms het gevoel dat ze intellectueel minder waard zijn. Ze voelen zich plots geobjectiveerd. Heb ik wel intellectuele kwaliteiten of was ik enkel een target?”

 

Zorgende sfeer

 

Ook competitie en onderlinge concurrentie zijn risicofactoren. “Als er weinig plaatsen zijn en mensen gaan over lijken om in een positie te komen, dan nodigt dat niet uit tot een collegiale, behulpzame of zorgende sfeer.” Ze gaat dieper in op het werkveld van academici. “De criteria om hogerop te raken zijn heel erg gericht op hoeveel je publiceert. Dienstverlening, onderwijs en je leiderschapsstijl worden bijvoorbeeld veel minder in rekening gebracht.”

quote image

Het is soms moeilijk te rijmen voor slachtoffers dat iemand naar wie je opkijkt je grenzen overschrijdt.

Sofie Avery

Het is Avery’s taak om kritisch te zijn over het systeem waar ze deel van uitmaakt. Heeft ze soms moeite met die paradox? “Ik vind het net een mooie positie. Problemen detecteren is een daad van liefde. Ik geloof dat het beter kan, maar dat bepaalde broodnodige kapstokken nog ontbreken.” Ze geeft tools mee van Marijke Naezer, die onderzoek voerde over seksueel grensoverschrijdend gedrag aan Nederlandse universiteiten. “Naezer oppert dat de persoon op het gedrag aanspreken een eerste stap is, maar dat de universiteit best ook zelf een onderzoek start naar gelijkaardige ervaringen – en reflecteert over hoe dit had kunnen gebeuren. Tenslotte moet er ook een actieplan komen waardoor het gedrag zich niet kan herhalen en waarmee aan herstel wordt gewerkt.”

 

Externe expertise

 

De Universiteit Antwerpen heeft een intern meldsysteem met vertrouwenspersonen en een studentenbemiddelaar, en Mensura als extern meldpunt wanneer het personeelsleden betreft. Avery bepleit sterk externe meldpunten voor grensoverschrijdend gedrag. “Als je deel van een organisatie bent, kan je ze minder goed vanop afstand bekijken. Je wil mensen ook niet in de positie brengen waarin ze iemand moeten veroordelen die ze kennen. Ik raad instellingen net aan om gebruik te maken van alle aanwezige externe expertise. De eindverantwoordelijkheid afgeven lijkt me ook aangenaam. Sinds kort kan je een melding doen bij het Vlaams meldpunt voor grensoverschrijdend gedrag. Het valt nog af te wachten hoe deze behandeld zullen worden, maar dit lijkt alvast een stap in de goede richting.”

 

 

Hoe had Godvergeten effect op jonge gelovigen? Xenia Geysemans werkt op de pastorale dienst van UAntwerpen, waar ze dagelijks in gesprek gaat met gelovige studenten.

 

“In de eerste plaats komen er jonge mensen bij ons langs voor een gratis koffie. Ze gaan in gesprek of komen hier studeren”, vertelt Geysemans. Haar publiek bestaat voornamelijk uit katholiek of protestants geïnspireerde gelovigen, maar ook moslims en niet-gelovige studenten. “Religieuze of spirituele bricolage, het zogeheten reli-shoppen, is hot bij jonge mensen”, vult ze aan. “We zien dat ze zich ook verdiepen in wicca, yoga, mindfulness of boeddhisme.”

Geysemans heeft enkel de eerste aflevering van Godvergeten gezien. “Het doet me pijn dat ik deel ben van dit instituut, maar het doet geen afbreuk aan mijn geloof. De Kerk is dan misschien wel het omhulsel, voor mij gaat het om de kern: het christusmysterie en de bijhorende liefde.” Ze vertelt dat het thema nadien opdook in informele gesprekken. “Er wordt dan veel ongenoegen en woede geuit, maar ook actief over gereflecteerd. Komt dit misbruik door de machtsstructuren die zo eigen zijn aan de Kerk? Hoe kunnen we het klerikalisme ontmantelen? Of is toch het celibaat de grootste boosdoener? In hoeverre moet de Kerk moderniseren zonder haar authenticiteit te verliezen?”

 

Ontdopen

 

Of de reeks een impact gehad op de geloofsbeleving van haar studenten? Geysemans denkt eerder niet bij studenten die “bewust voor het katholicisme kiezen. Bij randkerkelijken, de zogenaamde passieve leden, is de impact groter. Ze hadden al geen sterke band meer met het geloof en nu wordt deze band nog zwakker, met ontdopingen tot gevolg.”

quote image

Religieuze of spirituele bricolage, het zogeheten reli-shoppen, is hot bij jonge mensen.

Xenia Geysemans

Grensoverschrijdend gedrag is wel een topic dat in de pastorale dienst van UAntwerpen aan bod komt. “In een-op-eengesprekken met studenten horen we ook fragmenten van seksueel misbruik, fysieke en psychische mishandeling, toxische relaties en alcoholmisbruik. Specifiek over het thema seksueel misbruik hebben we nog geen lezingenreeks georganiseerd, maar wel over thema’s als #metoo-activisme en toxische masculiniteit. Studenten kunnen altijd bij ons terecht met vragen hierover.”

Deel dit artikel