De Belgische Grondwet: basis voor cohesie?
Met de verkiezingen in zicht, komen ook de debatten over een mogelijke staatshervorming er weer aan. Met (extreem-)rechts in opmars, is het communautaire hangijzer zelden zo heet geweest. Voer voor verhitte discussies aan de onderhandelingstafel. Het kluwen van ons Belgische staatsbestel is echter al langer dan vandaag een bron van oeverloos gebakkelei. Wie artikel 1 van de Belgische Grondwet erbij neemt, ziet hoe het sinds 1831 meedeint met het politieke sentiment van de tijd. Patricia Popelier, professor Staatsrecht aan UAntwerpen, neemt ons in vogelvlucht mee doorheen de geschiedenis van ’s lands belangrijkste wettekst, en kijkt tevens naar de invulling vandaag en in de toekomst.
IN HET KORT
-
Onze eerste grondwet was een origineel en pragmatisch werkstuk dat als voorbeeld diende voor andere landen.
-
In de eerste grondwet was nog geen sprake van het concept ‘democratie’.
-
Door bevoegdheden naar de gemeenschappen en gewesten over te hevelen, was er minder conflict op het centrale niveau.
-
Tijdens de terroristische aanslagen en de pandemie kwamen onze grondrechten op gespannen voet te staan met staatsveiligheid en volksgezondheid.
-
Zolang we een Grondwettelijk Hof hebben, kan de grondwet een sterke rol spelen.
België is verdeeld in provincien. Deze provincien zyn: Antwerpen, Braband, West-Vlaenderen, Oost-Vlaenderen, Henegouwen, Luyk, Limburg, Luxemburg, Namen, behoudens de betrekkingen van Luxemburg met het Duytsch verbond. De wet zal, des noods, het grondgebied in een grooter getal provincien kunnen verdeelen.
Naar consensusdemocratie
Dé Belgische grondwet. Op 7 februari 1831 werd die goedgekeurd door het Nationaal Congres, waardoor ons land officieel een parlementaire monarchie werd, met een scheiding van de drie machten: de wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke macht. Onze eerste grondwet was een evenwichtige synthese van de Franse grondwetten, de Nederlandse grondwet en het Engelse staatsrecht. “Het werd zeker geen samenraapsel, maar juist een origineel pragmatisch werkstuk dat als voorbeeld diende voor andere landen”, duidt Popelier. “Doorheen de jaren is die erg uitgebreid en voortdurend gewijzigd, met als eerste toevoeging het algemene stemrecht. Daardoor was niet alleen de elite vertegenwoordigd. De tweede toevoeging was de ontwikkeling naar een democratische rechtsstaat: de wet was niet meer onschendbaar, het Grondwettelijk Hof kon parlementaire wetten aan grondrechten toetsen.”
Territoriaal pluralisme
“De ontwikkeling naar een consensusdemocratie, met de creatie van een federaal systeem was de derde grote verandering”, aldus Popelier. “In plaats van het idee van één homogene natie, kwam het concept van het territoriale pluralisme in zwang. Een Gentse politicoloog ontdekte trouwens recent dat dat een goede evolutie was, want dat er beduidend minder conflicten zijn op het centrale niveau door de overheveling van macht naar de gemeenschappen en de gewesten. Maar wanneer heb je een verzadigingspunt bereikt in het verdelen van bevoegdheden? En hoe bewaar je nog voldoende cohesie op dat centrale niveau? Door bevoegdheden ‘exclusief’ over te hevelen naar de subgroepen riskeren we niet meer tot een consensus te komen over grensoverschrijdende problemen, zoals bijvoorbeeld het klimaat.”
Door bevoegdheden ‘exclusief’ over te hevelen naar subgroepen, riskeren we niet meer tot een consensus te komen over grensoverschrijdende problemen, zoals het klimaat.
Europees recht
“Een vierde verandering in onze grondwet is de inbedding in een Europees rechtssysteem”, vertelt Popelier. “De regelgeving van de Europese Unie wordt alsmaar doorslaggevender en mensen genieten nu ook bescherming door het Europese mensenrechtenverdrag. Die Europese laag holt onze grondwet niet uit, maar zorgt net voor extra bescherming. Kijk maar naar landen zoals Hongarije en Polen die zich in een democratische terugval bevinden en alsmaar autoritairder worden. Daar is de bevolking ten minste nog beschermd door de Europese mensenrechten.”
Verregaand confederalisme
Een thema dat zal spelen tijdens de verkiezingscampagnes is een mogelijke staatshervorming en – als het van Vlaams Belang afhangt – zelfs de ontbinding van België. Kan dat zomaar? “Vlaams Belang wil dat het Vlaams Parlement de onafhankelijkheid uitroept. De grondwet laat dat niet toe als dat niet gebaseerd is op een duidelijke wens van de bevolking, in een referendum”, verduidelijkt Popelier.
“Wat N-VA wil, is legitiemer, namelijk alsmaar meer bevoegdheden overhevelen tot er niks meer overblijft en België een lege huls wordt. Dat noemen zij dan ‘confederalisme’. Ik heb een boek geschreven met daarin 9 types van federale systemen, op basis van de mate van autonomie en cohesie. Het ‘samenwerkingsfederalisme’ in Duitsland geeft bijvoorbeeld veel bevoegdheden aan de deelgebieden, maar behoudt ook veel cohesie en overleg. Onze institutionele cohesie ligt momenteel lager dan onze sociale cohesie, door wantrouwen binnen de politiek, en volgens mij isoleer je zo ook je bevolking. Als we bij elkaar willen blijven, moeten we onze cohesie versterken.”
Grondwet overrulen
Grondrechten zijn bewust breed gedefinieerd, zodat ze minder onderhevig zijn aan de tand des tijds, maar zorgt dat niet voor interpretatieproblemen? “We hebben een levendige grondwet die soms voor interpretatie vatbaar is, maar het Grondwettelijk Hof moet ervoor zorgen dat die interpretatie binnen de perken blijft door verantwoording te vragen.”
Ik denk dat het cruciaal is dat we onze cohesie versterken als we beslissen bij elkaar te blijven.
Toch wilde N-VA dit jaar beslissingen van het Grondwettelijk Hof laten overrulen door het parlement bij een tweederdemeerderheid. “Dat was vooral een provocatie,” denkt Popelier, “want je moet eerst de grondwet wijzigen om dat te kunnen doen, maar het past wel in hun gevaarlijke visie dat democratie en rechtsstaat elkaar uitsluiten, terwijl die elkaar net kunnen versterken. Als je die retoriek van zogenaamde activistische rechters te vaak gebruikt, riskeer je dat mensen erg wantrouwig ten aanzien van de rechterlijke macht worden, en dat is nefast.”
Toekomst
En hoe ziet Popelier de toekomst van onze grondwet? “Zolang we een Grondwettelijk Hof hebben, houdt dat onze grondwet levend. Het is gevaarlijker als je de interpretatie ervan enkel aan een politieke meerderheid overlaat. Ik denk vooral dat een sterkere cohesie broodnodig is in ons federaal model, en dat de fundamenten waarop ons staatsbestel is gebouwd, op een brede consensus moeten blijven berusten.”