Heeft de Belgische industrie nog een toekomst?
In het kort
- De toekomst van de Belgische industrie hangt af van strategische investeringen in duurzame technologieën en samenwerkingen met andere Europese landen.
- Onze universiteit richtte recent het ‘Elektrificatie-Instituut’ op om een actieve rol te kunnen spelen in de evolutie naar klimaatneutraliteit, het Europese doel voor 2050.
- De innovatieve plasmatechnologie zet CO₂ om naar CO, een nuttige basiscomponent die hergebruikt kan worden.
- Spin-off D-CRBN geldt als referentieproject voor klimaattechnologie en wil wereldspeler worden op het gebied van CO2-recyclage.
- Slechts een klein percentage Vlaams onderzoek mondt uit in effectieve productontwikkeling.
Met de recente sluiting van een aantal grote productiefabrieken en het huidige economische klimaat ziet de toekomst van de Belgische industrie er niet erg rooskleurig uit. En die situatie bedreigt onze welvaart. Gelukkig zetten heel wat UAntwerpen-wetenschappers zich in om onze industrie futureproof te maken. Chemieprof Annemie Bogaerts en ondernemer Gill Scheltjens, co-founders van de Antwerpse start-up D-CRBN, een spin-off van Bogaerts onderzoeksgroep PLASMANT, helpen de industrie vergroenen door CO2-opslag overbodig te maken. En Svetlana Samsonova vormt als valorisatiemanager aan onze universiteit de brug tussen innovatief wetenschappelijk onderzoek en de praktische omzetting in de industrie.
“CO2-recyclage als heilige graal”
“Onze Belgische industrie speelt een erg grote rol in de duurzame transitie”, aldus professor chemie Annemie Bogaerts (Faculteit Wetenschappen). “Ze is door onze strenge regelgeving immers veel duurzamer dan in de rest van de wereld. Daar moeten we het verschil blijven maken.” Bogaerts zet daarom in haar onderzoek volop in op grootschalige CO2-recyclage met plasmatechnologie en is medeoprichter van het nieuwe Elektrificatie-Instituut.
Fabriekssluitingen in België: een bedreiging voor de toekomst van de industrie
Audi Vorst, nylonproducent Nyobe, busbouwer Van Hool, chemiebedrijf Celanese, papierproducent Sappi, luierfabrikant Ontex, textielbedrijven Balta, Beaulieu en McThree,.. Het lijstje recente fabriekssluitingen en -herstructureringen in ons land wordt lang en er zijn niet meteen verbeteringen in zicht. Nochtans vormt de industrie een cruciale sector voor onze economie: ze is goed voor de helft van de bedrijfsuitgaven voor onderzoek en ontwikkeling, ze staat in voor meer dan de helft van onze export, ze is voorloper in de uitrol van AI én er is een heel ecosysteem van dienstverlenende bedrijven en toeleveranciers aan gekoppeld. “Bovendien speelt de industrie ook een erg grote rol in de duurzame transitie”, weet Bogaerts. “Onze industrie is veel schoner en duurzamer dan in de rest van de wereld. Als we onze industriële activiteiten uitbesteden aan andere continenten, hebben we daar veel minder controle op. Dat gaat de klimaatopwarming zeker niet ten goede komen.”
Wat is plasmatechnologie?
Maar onze industrie heeft het helaas lastiger dan de rest van de wereld. De grootste problemen? Hoge loonkosten én energieprijzen die gevoelig hoger liggen. En dan nog onzekerheden over vergunningen en de beruchte stikstofsaga. En dáár komt het onderzoek van Bogaerts in het vizier. Zij is namelijk een wereldautoriteit op het gebied van plasmatechnologie en onderzoekt hoe die technologie kan bijdragen aan de reductie van CO₂-uitstoot, een van de grootste uitdagingen voor de industrie.
"Plasma is de vierde toestand van materie, naast vast, vloeibaar en gas. Het ontstaat wanneer gassen heel sterk verhit of elektrisch geladen worden. Wij gebruiken plasma o.a. om CO₂-moleculen om te zetten in koolstofmonoxide (CO) dat een nuttige basiscomponent is en hergebruikt kan worden," legt Bogaerts uit. "Op die manier kunnen we CO₂ vermijden in de atmosfeer en dragen we bij aan een circulaire economie. Daarnaast gebruiken we plasmatechnologie ook om vele andere chemische processen duurzamer te maken via elektrificatie."
Elektrificatie-Instituut: België's stap naar klimaatneutraliteit in 2050
Onze universiteit richtte recent het ‘Elektrificatie-Instituut’ op om een actieve rol te kunnen spelen in de evolutie naar klimaatneutraliteit, het Europese doel voor 2050. “Met elektrificatie worden fossiele brandstoffen in de toekomst overbodig in de industrie”, meent Bogaerts. Ze is zelf met haar expertise op plasmatechnologie een van de sterkhouders van het nieuwe instituut, naast Tom Breugelmans, gespecialiseerd in elektrochemische ingenieurstechnieken, en Patrice Perreault, expert in proceselektrificatie via verhitting. Het nieuwe instituut bundelt de krachten van meer dan 100 onderzoekers.
Bogaerts benadrukt dat die ‘elektrificatie’ van industriële processen essentieel is om de CO₂-uitstoot terug te dringen: “In ons laboratorium doen we dat nu al succesvol op kleine schaal, maar als we echte impact willen genereren, moeten we die processen opschalen. Maar daarvoor heb je heel veel hernieuwbare energie nodig, dus dat vergt grote investeringen in elektrische infrastructuur.”
Waarom strategische investeringen cruciaal zijn voor klimaat en industrie
Bogaerts is ervan overtuigd dat de toekomst van de Belgische en Europese industrie afhangt van strategische investeringen in duurzame technologieën. “Naast de Europese Green Deal is sinds eind februari ook eindelijk de Clean Industrial Deal ingevoerd, een plan voor het concurrentievermogen en de decarbonisatie van de Europese Unie, en dat is een goede zaak. België is te klein om dit alleen te doen, we moeten samenwerken met andere Europese landen. We moeten nú investeren in nieuwe technologieën om de toekomst van onze industrie en ons klimaat veilig te stellen."
“Plasmatechnologie is unieke doorbraak in klimaatinnovatie”
Gill Scheltjens, CEO van de start-up D-CRBN, wil met revolutionaire plasmatechnologie een nieuwe industriële revolutie ontketenen. In een labo in BlueChem, de incubator voor duurzame chemie in Antwerpen, schaalt hij met zijn team een plasmareactor, zoals ontwikkeld door Bogaerts, op naar industriële schaal. Die bliksemt CO2 als het ware kapot tot de herbruikbare grondstof CO.
Wereldspeler in plasmatechnologie
Gill Scheltjens, CEO en co-founder van D-CRBN, is een man met een missie: de klimaatuitdaging aanpakken door met geavanceerde plasmatechnologie CO2-molecules uit elkaar te knallen en ze weer op te splitsen in zuurstof (O) en koolstofmonoxide (CO). Aan die baanbrekende plasmatechnologie is tien jaar lang gewerkt door PLASMANT, de onderzoeksgroep van Annemie Bogaerts. Spin-off D-CRBN is de technologie nu volop aan het opschalen bij BlueChem en BlueApp, de innovatiecentra voor de chemie van de toekomst in de Antwerpse havenzone.
“Wat D-CRBN doet, is een belangrijke doorbraak op het vlak van klimaatinnovatie”, meent Scheltjens. “We vestigen momenteel wereldrecords op energie-efficiëntie. Met minimale energie kunnen we een maximale hoeveelheid CO produceren, aan een prijs die competitief is met CO gewonnen uit olie en gas. En het mooie is dat de petrochemie daarbij niets hoeft te veranderen aan de bestaande processen. Ze moeten alleen switchen naar hernieuwbare energiebronnen. We zijn er 100% zeker van dat we een wereldspeler op het gebied van CO2-recyclage kunnen worden.”
Internationale erkenning voor D-CRBN’s klimaatinnovatie
De innovatie van D-CRBN heeft intussen al heel wat internationale prijzen in de wacht gesleept. “De mooiste tot nu toe is onze award van topinnovator in de ‘Carbon Capture and Utilization Challenge’ op het Wereld Economisch Forum (WEF) in Davos”, vindt Scheltjens. “Ik mocht zelf naar Davos afreizen op vraag van het WEF, een fantastische ervaring die ons heel wat visibiliteit en credibiliteit heeft opgeleverd.”
We zijn er 100% zeker van dat we een wereldspeler op het gebied van CO2-recyclage kunnen worden.
Binnen Europa geldt D-CRBN als een referentieproject voor klimaattechnologie. “Zo kregen we recent 2,5 miljoen euro steun van de European Innovation Council (EIC) om onze plasmareactor verder te commercialiseren”, vertelt Scheltjens trots. “En ook de Europese Investeringsbank (EIB) heeft beloofd in een volgende fase 5 miljoen euro te investeren.”
Jaarlijks 1000K ton CO2 omzetten
“We willen nu van ons prototype dat 1000 ton CO2 per jaar kan omzetten, een commerciële versie ontwikkelen die 10 000 ton per jaar aankan”, aldus Scheltjens. “En we dromen al van de volgende stap: een GIGA-installatie met een capaciteit van 1 miljoen ton. Dan zouden we echt een serieuze impact hebben. Maar daarvoor is nog veel kapitaal nodig, zowel subsidies uit eigen land en Europa als investeringsrondes bij industriële klanten, corporate investeerders en venture capitalists.”
D-CRBN wil tegen 2026 een marktklaar product kunnen aanbieden. “Die datum is belangrijk, want veel bedrijven zijn nu de markt aan het verkennen en zullen tegen dan een definitieve keuze maken in hun technologie om tegen 2030 hun uitstoot te reduceren”, meent Scheltjens.
Nù handelen!
“Op dit moment moeten we echt álles doen om onze CO2-uitstoot drastisch terug te dringen”, meent Scheltjens. “Minder vlees consumeren, minder vliegen, een deel CO2 onder de zeebodem opslaan … En wat dán nog overblijft, kan D-CRBN recycleren. Ik merk dat andere continenten een grotere drang naar innovatie hebben om daar een mogelijk concurrentieel voordeel uit te halen. Ik hoop dat Europa NU mee durft innoveren, want zonder customer pull vanuit de Europese markt lukt het niet.”
“Samenwerken en snel de markt op”
Als valorisatiemanager van de Antwerp Design Factory begeleidt Svetlana Samsonova onderzoekers bij de industriële implementatie van hun uitvindingen, en adviseert ze de industrie hoe die met universitaire hulp vermarktbare oplossingen voor de huidige uitdagingen kan vinden. “Samenwerkingen en innovatie vormen de sleutel voor een succesvolle toekomst.”
Antwerp Design Factory: verbinding wetenschap en industrie
Svetlana Samsonova is valorisatiemanager en CEO van de Antwerp Design Factory, een innovatiehub van onze universiteit die de aanwezige academische expertise en faciliteiten combineert om onderzoeksresultaten te vertalen naar een product of dienst. Aan de andere zijde adviseert Samsonova (haven)bedrijven bij de vertaalslag naar vermarktbare oplossingen. “Ik probeer op een impactvolle manier aan de slag te gaan met de uitdagingen in de Antwerpse haven. Ik heb acht jaar als liaison officer in de haven gewerkt om daar de uitdagingen op te lijsten en voor de meest urgente daarvan universitaire samenwerkingen te zoeken. Het is belangrijk om eerst een goede screening van de aanwezige problemen te doen, de bottlenecks te detecteren, en vooral de eindgebruikers te bevragen: wat heeft de markt nodig? Ik stelde vast dat de beste ‘product-market-fits’ kwamen uit die lijst met uitdagingen.”
Rol van de haven bij innovatieve technologieën
De Antwerp Design Factory werkt op twee sporen, aldus Samsonova: “Spoor 1 zijn de ontwikkelingen from scratch, vooral in medische apparatuur. Vanaf het moment dat deze producten in klinische studies gaan, laten we ze los. Spoor 2 is gericht op de haven: wij helpen onze onderzoekers om in de haven hun uitvindingen op grotere schaal te testen. Het is immers vaak moeilijk om de stap te zetten van het lab naar een operationele omgeving. De haven biedt ideale ‘living labs’ aan en levert ook feedback van relevante partners, wat erg waardevol is voor onderzoekers.”
Universitaire spin-offs zijn aantrekkelijk voor investeerders: de technologie is van hoge kwaliteit, het intellectuele eigendom is beschermd, en onderzoekers krijgen veel begeleiding en ondersteuning.
Samenwerking universiteit en haven: de sleutel tot succes
Samsonova zou die samenwerking tussen universiteit en haven graag nog verdiepen: “Hoe meer strategische samenwerkingen hoe beter. Eigenlijk zou elke grote industriële speler een ‘liaison officer’ met de universiteit moeten hebben. Zulke functies creëren een echte win-win: onze universiteit heeft enorm veel kennis en infrastructuur in huis, de bedrijven leveren de industriële setting én ad-hocfeedback uit het werkveld.”
Samsonova erkent dat Europa momenteel een moeilijk klimaat is voor start-ups: “De oplossing ligt volgens mij in samenwerking én innovatie. Het gaat erom in een vroeg stadium nieuwe zaken te creëren, te patenteren en wereldwijd te vermarkten. We hebben de juiste kennis en tools, én waardevolle ecosystemen zoals BlueApp en The Beacon om partners met elkaar in contact te brengen. Dat moeten we nog versterken.”
Aanwakkeren ondernemingsgeest in België
Samsonova hoopt nóg meer onderzoekers te betrekken bij valorisatieprojecten: “Veel prachtig onderzoek komt nu niet op de markt terecht en dat is spijtig. Universitaire spin-offs zijn nochtans aantrekkelijk voor investeerders: de technologie is van hoge kwaliteit, het intellectuele eigendom is beschermd, onderzoekers krijgen veel begeleiding en ondersteuning … Er is een mentaliteitswijziging nodig zodat de durf en de wil ontstaan om innovatieve producten te vermarkten. Slechts een klein percentage Vlaams onderzoek mondt nu uit in effectieve productontwikkeling. In Nederland of Amerika ligt dat percentage veel hoger. Die ondernemingsgeest moeten we hier dringend aanwakkeren.”
Ook samenwerken met de universiteit? Ontdek hier alle informatie voor bedrijven.