Spreken we straks allemaal Engels aan de universiteit?
In het kort
- Engelstalig aanbod zorgt voor internationalisering en diversiteit in het onderwijs.
- Meer studenten willen beter Engels leren spreken.
- Zijn er voldoende richtingen in het Engels, of juist te weinig?
Engelstalige opleidingen in het hoger onderwijs in Vlaanderen zijn een hot topic. Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) clasht immers met de universiteiten: Engelse bachelors zijn toegestaan, maar alleen als er ook een Nederlands equivalent is. En door het gebrek daaraan keurde de minister meerdere opleidingen af. Kunnen we echt spreken van een gevaarlijke verengelsing in het hoger onderwijs? Of dreigt Vlaanderen net talent mis te lopen door vast te houden aan het Nederlands? Stroom vroeg verschillende betrokken partijen naar hun mening.
“Geen sprake van een verengelsing”
Professor Ann De Schepper is vicerector Onderwijs van UAntwerpen. Zij ontkent ten stelligste dat het Vlaamse hoger onderwijs verengelst: binnen het studieaanbod van de Universiteit Antwerpen is het aandeel Engelse trajecten beperkt. Zo staat er slechts één Engelstalige bachelor tegenover drieëndertig Nederlandstalige. Na de bachelors verschuift dit evenwicht enigszins: ongeveer één op vier masters wordt in het Engels aangeboden, enkel bij de master-na-masters gaat dit naar één op twee. En in de Nederlandse opleidingen worden ook vakken aangeboden in het Engels, maar Nederlands blijft steeds de hoofdtaal.
Het huidige beeld zal niet veranderen: een overgroot aanbod aan Nederlandstalige studies met een beperkte keuze voor het Engels.
Internationalisering en diversiteit
Maar waarom precies die Engelse richtingen en vakken? “Het Engels speelt een cruciale rol in de internationale competenties van onze alumni, die vertrouwd dienen te zijn met de taal van hun vakgebied,” aldus De Schepper. “Daarnaast willen we een ruim publiek aantrekken, inclusief buitenlandse en anderstalige studenten, die nu de helft uitmaken van de studenten in Engelse masters. Een diverse studentenpopulatie is een verrijking voor de opleidingen en voor de studenten zelf.”
Maatwerk
Het Engelse aanbod aan UAntwerpen volgt de noden en wensen van zowel opleidingen als studenten: “Een bachelor is een academische basisopleiding, waarin het Nederlands de standaardonderwijstaal is. De focus van een master(-na-master) ligt veeleer op specialisatie en onderzoeksexpertise, wat het Engels legitimeert en ons onderzoek internationaal op de kaart zet. Maar studenten behouden de controle over hun traject en de taal waarin ze dat volgen, omdat er meestal een Engelse én Nederlandse optie is. De enige uitzonderingen betreffen enkele specifieke specialisaties.”
Bovendien betekent de overstap naar een Engelse opleiding geen sprong in het onbekende. “In de Nederlandse trajecten kunnen studenten al vakken in het Engels volgen, met zo nodig Nederlandse ondersteuning. Zo raken ze vertrouwd met het Engels in hun vakgebied en krijgen ze soms les van grote internationale namen.”
De toekomst
De plannen van UAntwerpen om het Engelstalige studieaanbod uit te breiden zijn beperkt, zeker in de bacheloropleidingen, waar een Engels traject steeds een alternatief blijft naast de Nederlandse versie. Op de vraag of het Nederlands zal verdwijnen uit ons hoger onderwijs, schudt De Schepper dan ook overtuigd het hoofd: “Kleine verschuivingen zijn mogelijk. Maar het huidige plaatje – een overgroot aanbod aan Nederlandstalige studies met een beperkte keuze voor het Engels, vooral vanaf de master – dat zal niet veranderen.”
“Veel méér talen nodig dan enkel Engels en Nederlands”
Een heel ander geluid horen we bij professor Franc Schuerewegen, hoogleraar Franse literatuur en media aan UAntwerpen. Als romanist en geboren Antwerpenaar staat hij kritisch tegenover de steeds grotere plek die het Engels inneemt aan de universiteit.
Dat ons hoger onderwijs verengelst, staat volgens Schuerewegen buiten kijf. En die evolutie vindt hij nefast om tal van redenen, onder meer van Vlaams-historische en Europees-geopolitieke aard. Maar zijn meest fundamentele bezwaar betreft zijn eigen vakgebied: “Is het niet volstrekt onlogisch om in een domein waar talen en culturen het studieobject zijn, één taal te bevoordelen als zijnde taal van de wetenschap? Het zou toch ook bizar zijn om biologen te verplichten hun onderzoek te verwoorden in het jargon van pakweg de kernfysica.” Bovendien creëert de druk om in het Engels te publiceren en projectgelden aan te vragen volgens Schuerewegen ongelijkheid tussen taalgroepen binnen letterenfaculteiten.
Echte meertaligheid is een troef. Niet het collectief en potentieel halfslachtig spreken van een lingua franca.
Een verarming voor het onderwijs
Ook op vlak van onderwijs is Schuerewegen kritisch. Het groeiende Engelse studieaanbod dient volgens hem voornamelijk een financieel doel: het aantrekken van meer studenten. “Wat onderwijskwaliteit betreft, vrees ik eerder voor een verarming dan een verrijking.” Maar dat de verengelsing aan Vlaamse universiteiten onomkeerbaar zou worden, gelooft hij niet.
Babel als utopie
Schuerewegen heeft een heel andere toekomstvisie. Hij breekt een lans voor veel méér talen aan de universiteit dan alleen Nederlands of Engels: “Echte meertaligheid, dat is een troef. Niet het collectief en potentieel halfslachtig spreken van een lingua franca.” Hij citeert de filosoof Jacques Derrida: “Il faut plus d’une langue” – we hebben meer dan één taal nodig. Een mozaïek aan talen om het hoger onderwijs te verrijken. Babel als utopie. En UAntwerpen mag daar voor Schuerewegen absoluut het voortouw in nemen: “Diversiteit en inclusiviteit zijn twee kernwaardes van de universiteit, die vooral op sociaal vlak worden uitgedragen. Laat de talen nu volgen!”
“Ideaal voor studenten met internationale ambities”
Hoe ervaren studenten zelf een Engelse studie in Vlaanderen? Ines Massart zit in haar tweede jaar social-economic sciences aan UAntwerpen. Als Nederlandstalige koos ze heel bewust voor een Engelse bachelor, en niet de Nederlandse tegenhanger.
Na mijn buitenlandse ervaring wou ik absoluut in een internationale setting en in het Engels gaan studeren.
Beter Engels leren
“Ik wou sowieso sociaal-economische wetenschappen studeren, maar twijfelde tussen de Nederlandse en Engelse variant. Mijn Engels was namelijk niet zo goed.” Een buitenlandse ervaring trok haar over de streep: “Na het middelbaar trok ik zes maanden naar London om mijn Engels bij te spijkeren. Daarna wou ik absoluut in een internationale setting en in het Engels studeren!”
Massart is tevreden over haar studiekeuze. De mix van Vlaamse en buitenlandse studenten vindt ze fantastisch. En haar Engels is enorm verbeterd, “op een heel natuurlijke manier.” Bovendien biedt een Engelse opleiding volgens haar een voordeel op de arbeidsmarkt: “Zeker in internationale bedrijven of in de internationale politiek. Ideaal dus voor studenten met internationale ambities. Zelf droom ik van een master in het buitenland, en daarna een job bij de Europese Unie.”
Globalisering niet ontkennen
Voor Massart zou het volstaan om haar bachelor uitsluitend in het Engels aan te bieden. “We kunnen globalisering toch niet ontkennen? Bovendien overstijgen de vakken de Vlaamse context, dus volstaat het Engels. Al vind ik het wel onlogisch om bijvoorbeeld Duits in het Engels te krijgen.”
Dat sommige jongeren huiverig staan tegenover een Engelstalige opleiding, begrijpt ze wel. “Maar als je ervoor open staat om in een internationale setting terecht te komen, geef het dan een kans. Wees niet bang voor dat Engels. Die academische woordenschat is even wennen, maar het komt heus goed.”
“Voertaal hangt af van bedrijf én klant”
Tot slot spreken we Pedro Matthynssens, CEO van verzekeringsmakelaar Vanbreda Risks & Benefits. De voorkeur voor Engels of Nederlands op de Vlaamse arbeidsmarkt verschilt volgens hem per bedrijf.
Een land van kmo’s
Vanbreda Risks & Benefits is een uitgesproken Vlaamse firma die als voertaal het Nederlands hanteert. “Wij kiezen bewust voor de taal van de klant,” vertelt Matthynssens. “Omdat vertrouwen in de verzekeringssector belangrijk is, en omdat een groot deel van ons cliënteel uit lokale kleine en middelgrote ondernemingen bestaat.” Dat plaatje is volgens hem ook typisch Belgisch: “We zijn een land van kmo’s. Een te verregaande verengelsing zou onrecht doen aan een belangrijk deel van onze economie.”
Het is moeilijk om voldoende talent te rekruteren. Internationale studenten kunnen daarbij helpen.
Tekort op de arbeidsmarkt
Natuurlijk is het Engels nodig voor internationale contacten. En in heel wat Vlaamse bedrijven is het wél de voertaal. Matthynssens vindt het dan ook geen nadeel om bijvoorbeeld ingenieurs in het Engels op te leiden, als hun moedertaal er niet onder lijdt. Bovendien zou een Engelstalig studieaanbod in Vlaanderen het huidige tekort op de arbeidsmarkt kunnen oplossen: “Het is moeilijk om voldoende talent te rekruteren. Internationale studenten kunnen daarbij helpen. Al is de hamvraag of zij, eens afgestudeerd, daadwerkelijk hun weg vinden naar de Belgische arbeidsmarkt.”
Taalvaardigheid als troef
Welke talenkennis is nu ideaal in het Vlaamse bedrijfsleven? “Bij Vanbreda Risks & Benefits moeten sollicitanten in de eerste plaats het Nederlands machtig zijn. Maar dat verschilt echt per bedrijf. Het hangt af van de aard en visie van de firma, van het type medewerkers en het type klanten. En natuurlijk heeft elke taalkeuze voor- en nadelen. Sowieso is een sterke taalvaardigheid een troef, want communicatie wordt steeds belangrijker voor bedrijven. Denk maar aan aanwezigheid op sociale media, aan managers die zich goed moeten kunnen uitdrukken in de media…”
Afsluiten doet Matthynssens met een noot over AI. “Welke nieuwe mogelijkheden zullen taalgeneratieve tools zoals ChatGPT in de toekomst bieden voor bedrijfscommunicatie? Daar ben ik erg benieuwd naar.”