Annick Schramme: “Bewustzijn rond duurzame mode groeit, maar gedrag volgt niet.”
In 'Onder de waterspiegel' duiken we in het hoofd van een UAntwerpen-onderzoeker. Stroom gaat op zoek naar ervaringen, interesses en motivaties, om uiteindelijk te ontdekken: wie is de mens achter de wetenschap? Deze keer zetten we professor Annick Schramme in de kijker. Zij is hoogleraar en opleidingsverantwoordelijke van de master cultuurmanagement aan de Universiteit Antwerpen. Daarnaast is ze ook academisch directeur van de International Master Fashion Management aan de Antwerp Management School. Mode en cultuur verbinden, maar stellen ons ook voor uitdagingen. Hoe kan mode duurzamer zijn? En komen management en de creatieve sector steeds meer met elkaar op gespannen voet te staan?
Cultuur
Als kind ging ik al naar de muziekschool en de tekenacademie. Ook volgde ik balletles en zong ik in het kinderkoor van de Vlaamse Opera. Ik heb het geluk gehad om in Antwerpen te zijn opgegroeid. Tijdens mijn jeugd heb ik mij daardoor echt kunnen onderdompelen in het bruisend cultuurleven van de stad. Zo is cultuur uitgegroeid tot een rode draad in mijn leven en loopbaan. De ironie wil dat ik nog zelden de tijd vind om er actief mee bezig te zijn. Als academica heb ik namelijk mijn handen vol met onderwijs, onderzoek en maatschappelijke projecten. Maar ook daar blijft ‘cultuur’ de gemeenschappelijke noemer.
Mode
Als een manier om mezelf uit te drukken, maar ook als industrie, heeft mode mij altijd al geboeid. Twee op tien mensen wereldwijd werkt in de brede modesector. Economisch gezien is het de grootste creatieve industrie. Experts schatten dat in 2025 de waarde ervan zal zijn opgelopen tot meer dan twee biljoen euro. Tegelijkertijd is ze ook heel vervuilend. Tijdens de summer school ‘Responsible Fashion Management’, stellen we scherp op duurzaamheid binnen de modeindustrie. Vooraleer een kledingstuk in de winkelrekken belandt, heeft het al een hele weg afgelegd: van ontwerp over productie tot distributie. Het bewustzijn rond duurzame mode groeit wel, maar het gedrag volgt nog niet. De portemonnee blijft doorslaggevend. Maar zelfs als mode je volledig koud laat, is het belangrijk om tijdens het winkelen bewust te zijn van je ecologische voetafdruk. ‘Fast fashion’ op de kop tikken in een grote winkelketen is vaak gemakkelijk en goedkoop, maar helemaal niet duurzaam. Meer kritisch consumeren en meer transparantie aan de kant van de industrie zijn cruciaal voor een systeemverandering.
Passie
Academici en kunstenaars hebben meer met elkaar gemeen dan je op het eerste gezicht zou denken. Beiden worden gedreven door passie voor hun vak. Die drijft onze innerlijke motor aan en geeft ons dat extra duwtje in de rug om onze grenzen te verleggen. Tegelijkertijd schuilt daar ook net de valkuil. Kunstenaars nemen vaak – uit liefde voor hun vak – veel hooi op hun vork. Als academica betrap ik mezelf erop dat ik vaak veel balletjes in de lucht houd. De autonomie die je geniet als hoogleraar en onderzoeker is een voorrecht, maar die vrijheid is ook een tweesnijdend zwaard. Onze kerntaak blijft ‘onderzoek verrichten’. Toch merk ik dat we daar vaak niet toekomen tijdens de normale daguren door allerlei verplichtingen die zich opstapelen. Ik zie een gelijkaardige tendens bij kunstenaars. Voor hen is er vaak een gebrek aan mentale vrije ruimte voor creatie. Naast het maken van kunst, moeten zij zich steeds meer bezighouden met management, bureaucratie en netwerken.
Verbinding
Ik kom uit een warm nest van zes kinderen. Onze ouders waren sociaal geëngageerde mensen. Mijn moeder van 80 jaar is vandaag nog steeds als vrijwilliger actief bij de voedselbank. Op mijn eigen manier probeer ik ook te verbinden in de samenleving. Onderwijs betekent voor mij ook een sociaal engagement. Je staat in contact met jongeren, daardoor krijg je de kans om niet alleen kennis maar ook bepaalde waarden door te geven. Als opleidingshoofd hamer ik er bijvoorbeeld op bij onze studenten cultuurmanagement dat ze hun kennis moeten inzetten om creatieve geesten te ondersteunen. ‘Management’ heeft bij creatieven vaak een negatieve bijklank: winstbejag boven het creatieve. Terwijl cultuurmanagement net gaat over het versterken van de sector. Dat probeer ik ook te doen vanuit mijn positie door onder meer bruggen te bouwen tussen beleidsmakers, kunstenaars, culturele organisaties, creatieve bedrijven en de academische wereld.
De passie voor ons vak drijft onze innerlijke motor aan en geeft ons dat extra duwtje in de rug om onze grenzen te verleggen. Tegelijkertijd schuilt daar ook net de valkuil.
Nieuwsgierigheid
Bij de gidsen kreeg ik de voortotem ‘schrander’. Vele jaren later herken ik mezelf daar nog altijd in. Ik ben nieuwsgierig van aard en benader de dingen graag met een open vizier. Door die openheid ben ik van de ene job in de andere gerold. Ik behaalde mijn doctoraat in de geschiedenis, werkte op het kabinet van de Antwerpse schepen van Cultuur en stond uiteindelijk mee aan de wieg van de master cultuurmanagement hier aan onze universiteit. Economie en geschiedenis zijn allebei empirische wetenschappen die inzicht bieden in wat er leeft in de samenleving. Die maatschappelijke relevantie is voor mij belangrijk. Daarom vind ik het belangrijk dat studenten stage kunnen lopen. Zo staan ze met hun twee voeten in de praktijk.