Onder de waterspiegel

Patrick Goossens: “Een ambachtelijk brood is géén luxegoed”

5 min
12-02-2024
Tekst Alexander Delport
Beeld Alexander Delport

In 'Onder de waterspiegel' duiken we in het hoofd van een UAntwerpen onderzoeker. Stroom gaat op zoek naar ervaringen, interesses en motivaties, om uiteindelijk te ontdekken: wie is de mens achter de wetenschap? Deze keer zetten we Patrick Goossens in de kijker. Goossens is eigenaar van de bekende bakkerij Goossens in hartje Antwerpen, én doctoreert in de geschiedenis. 
 

 

Drukpersen

Typografie is de kunst van het vormgeven, zetten en drukken van tekst. Mijn hart gaat echt sneller slaan van de technologie achter het drukproces. De gehanteerde methode bepaalt namelijk hoe het eindresultaat eruitziet. Bij oudere drukpersen vloeide de stijl van het drukwerk voort uit de beperkingen van het apparaat. Die gedachte fascineert mij. Zelf heb ik een verzameling van drukpersen uit de 19de eeuw in een magazijn staan. De teller staat momenteel op 150 stuks. Veel van die toestellen bestaan volledig uit gietijzer en wegen tot wel 800 kilo. Elk exemplaar draagt een stukje geschiedenis met zich mee. Die kennis wil ik niet voor mezelf houden, maar net delen met de wereld. Geregeld open ik de deuren van mijn magazijn voor bezoekers. Dat zijn onder anderen onderzoekers en experts die de historische techniek willen bestuderen, academici die een summer school volgen, liefhebbers van de boekdrukkunst, … Doorheen de jaren ontving ik al mensen vanuit de Verenigde Staten, China, Rusland, Indië, … De drukperstechniek kan mij blijven boeien. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat ik er momenteel een doctoraat over aan het schrijven ben. Met professoren Hilde Greefs, Pierre Delsaerdt (UAntwerpen) en David McKitterick (University of Cambridge (VK) als promotoren, ben ik in goed gezelschap om mijn scriptie tot een goed einde te brengen.  

Bakkerij 

Lang geleden, in 1884 om precies te zijn, startte mijn overgrootvader een bakkerij in de Korte Gasthuisstraat in Antwerpen. Vele jaren later ondanks wereldoorlogen, beurscrashes en een pandemie staat Bakkerij Goossens nog steeds overeind. De familiezaak is bewust klein gebleven. Het traditioneel ambacht van het brood bakken komt nog altijd op de eerste plaats. Dat betekent niet dat we tegen vernieuwing zijn. Mijn overgrootvader was een van de eerste in ons land die een elektrische deegkneder gebruikte. Maar als bakkerij leggen we – toen en nu de klemtoon op het ambacht. Een ambachtsman is voor mij een handwerker. Iemand die te allen tijde de controle behoudt over het maakproces. Strikt gezien vallen productielijnen in moderne fabrieken onder die definitie, maar daar is alles voorgeprogrammeerd. Ons doel is nooit geweest om snel en veel te produceren, wel om goed en lekker brood te bakken. De smaak komt pas tot zijn recht wanneer alle ingrediënten traag verwerkt worden. Wat ik jammer vind, is dat het concept van ‘artisanale voeding’ gekaapt is door marketeers. Een ambachtelijk gebakken brood wordt voorgesteld als een luxegoed. Voeding bereid door iemand met ‘the magic touch en die daarom tegen woekerprijzen over de toonbank gaat. Dat idee druist voor mij in tegen de essentie van wat brood net is. Het is een product voor iedereen. Een simpel recept met water, bloem, gist en zout als basis. Meer moet dat niet zijn.  

Vrijwilligerswerk

Het kan vreemd klinken uit de mond van een ondernemer, maar het idee van oneindige groei heeft mij nooit aangesproken. ‘Genoeg’ is altijd mijn streefdoel geweest. De luxe hebben om naast je werk bezig te zijn met je hobby’s of onderzoek. Dat is voor mij de ware definitie van rijkdom. Nu mijn pensioen lonkt, wil ik me meer inzetten als vrijwilliger. Ik heb in mijn leven veel gekregen. Daarom voelt het haast als een morele plicht om mijn kennen en kunnen te delen met anderen. Als vrijwilliger ben ik betrokken in heel wat organisaties. Ik zetel momenteel als voorzitter in het bestuur van ‘Vrienden van het Museum Plantin-Moretus vzw’. Ook in een Europese organisatie die drukkerijmusea promoot, ben ik actief. Binnen het grotere plaatje stellen mijn inspanningen misschien niet heel veel voor. Maar het is mijn persoonlijke manier om een steentje bij te dragen aan de maatschappij.  

preview

Familie 

De bakkerij is altijd in handen geweest van de familie Goossens. Omdat ze steeds klein is gebleven, is de zaak telkens overgenomen door een van de kinderen. Mijn vader, grootvader en overgrootvader hebben hun hart en ziel in de bakkerij gelegd. Voor hen was het vanzelfsprekend dat ze in de familiezaak aan de slag zouden gaan, maar bij mij lag dat net iets anders. Mijn ouders hebben mij de kans gegeven om te studeren. Ik mocht zelf kiezen welk pad ik zou inslaan in het leven. Ik studeerde geschiedenis aan de Universiteit Antwerpen en de KU Leuven. Toch koos ik er achteraf vrijwillig voor om in de bakkerij te gaan werken. Ondertussen ben ik 63 jaar. Mijn nichtje Laura staat zo goed als klaar om het roer over te nemen. Ik heb een onvoorwaardelijk vertrouwen in haar. Bloed is dikker dan water. Het is interessant om te zien hoe de jongere generatie naar de dingen kijkt. Ik herken de optimistische blik van mijn nichtje. Zelf stond ik op dezelfde manier in het leven toen ik jong was. Al waren de tijden toen helemaal anders. Zo zie je maar dat de geschiedenis zich herhaalt, maar nooit op dezelfde manier. 
quote image

In het leven mag je toegeven, afgeven, uitgeven, … maar nooit opgeven.

Patrick Goossens

Doorzettingsvermogen 

Mijn lijfspreuk? Blijven gaan in wat je gelooft. In het leven komen er onvermijdelijk obstakels op je pad, maar je mag nooit de handdoek in de ring gooien. Die gedrevenheid kenmerkt mij als persoon. Elke ochtend begin ik de dag vol goesting en goede moed. Het doet me denken aan een mooie jeugdherinnering. Toen ik jong was, leverde onze bakkerij ook aan huis. Als kind ging ik met mijn vader mee om al die bestellingen af te leveren. Tot ons cliënteel behoorde ook het Kapucinessenklooster in de Sint-Rochusstraat. Zuster Rosa, een van de nonnen die er woonde, zei me altijd: “In het leven mag je toegeven, afgeven, uitgeven, … maar nooit opgeven.” De nonnen uit dat klooster zijn er al lang niet meer. In het gebouw is tegenwoordig het Instituut voor Tropische Geneeskunde gevestigd. Maar geregeld denk ik nog terug aan die goede raad van zuster Rosa. Als ik ergens aan begin, dan maak ik het ook af. Ook mijn doctoraat ben ik van plan om tot een goed einde te brengen. In mijn hoofd is het zelfs al klaar. Het moet alleen nog geschreven worden. (lacht) 

 

Deel dit artikel