Meander

Van campus naar camping: Mike Beyers schrijft De Kiekeboes

6 min
04-06-2025
Tekst Katrien Verreyken
Beeld Sarah Van Looy

In het kort

  • Naast de actie en de spannende verhalen vormen de humor en de spitsvondige dialogen de kern van het Kiekeboes-universum.
  • De strip vormt een goudmijn voor wetenschappelijk onderzoek: de narratieve technieken, de wisselwerking tussen beeld en tekst, de maatschappelijke context… Er zit meer literatuur en narratief vernuft in een goed stripscenario dan je denkt.
  • Strips kunnen een opstapje zijn naar die zogenaamde échte literatuur, maar kunnen in een drukke, stresserende wereld ook houvast en warmte bieden.

Hoe word je plots scenarist van De Kiekeboes?

“Plots is het niet, maar het kwam wel onverwacht. Ik ben via via in contact gekomen met Merho. Toen hij me opbelde, was ik toch even starstruck, want ik ben al heel mijn leven een grote Kiekeboes-fan. Merho vroeg me hem een paar verhaalideeën op te sturen. Dat deed ik en een uur later mailde hij me al terug: “Ik ben enthousiast!”. Dat was in feite mijn sollicitatie. Ik ben die ruwe verhaallijnen dan bij hem thuis in Brasschaat gaan pitchen en drie uur later zat ik daar nog, het klikte meteen. Een van die verhaallijnen van toen is de basis geworden van dit eerste album, Camping Vital.”

 

Welke rol speelt Merho nog in het schrijfproces?

“Best nog een grote. Hij adviseert me vanuit zijn rijke ervaring. We mailen veel en bespreken geregeld nieuwe ideeën. Ik heb toen pas echt ontdekt wat De Kiekeboes De Kiekeboes maakt. Naast de actie en de spannende verhalen zijn dat de humor en de dialogen. Merho’s feedback gaat zelden over de grote lijnen – die vertrouwt hij me toe – maar vooral over de dialogen. De reeks leeft van humor en spitsvondige conversaties. Merho heeft een grote bewondering voor cabaretiers als Toon Hermans en Youp van ’t Hek, en dat zie je in zijn werk. Die geestige, soms licht filosofische toon, daar moet je gevoel voor hebben. Er is dus een duidelijk Kiekeboes-universum, maar er is gelukkig ook veel vrijheid. Merho vindt het belangrijk dat de reeks in de tijd staat, en mee evolueert met zijn tijd.”

Je bent geen striptekenaar, maar als copywriter was je al wel met strips bezig, hé?

“Inderdaad. Via onder meer striptekenaargezocht.be werkte ik al eerder aan stripverhalen voor commerciële klanten. Storytelling is de rode draad in alles wat ik doe, of het nu om copywriting gaat, of om strips. Wist je trouwens dat mijn masterscriptie als germanist aan UAntwerpen over strips ging? Ik onderzocht hoe humor en woordgrappen zich al dan niet laten vertalen in beeldverhalen. Op sommige woordgrappen vindt de vertaler wel iets, maar als een woordgrap gerelateerd is aan het beeld, wordt het moeilijker. Denk bijvoorbeeld aan Astérix, een reeks vol Franse taalgrappen en culturele verwijzingen die vaak niet overleven in vertaling. Fascinerend vond ik dat.”

 

Worden strips academisch eigenlijk voldoende ernstig genomen?

“Dat mag wel wat meer, vind ik. Maar strips vallen moeilijk onder één vakgebied. Je hebt taal, beeld, cultuur, media… waar plaats je dat? Mijn promotor, taalkundige Georges De Schutter, was een grote stripfan, en de Gentse prof Jean Paul Van Bendegem gebruikt zelfs dialogen uit De Kiekeboes in zijn colleges filosofie, maar het blijven uitzonderingen, de proffen die zich voor het beeldverhaal interesseren. Nochtans is de strip een goudmijn voor onderzoek. De narratieve technieken, de wisselwerking tussen beeld en tekst, de maatschappelijke context … Er zit meer literatuur en narratief vernuft in een goed stripscenario dan je denkt, maar op de occasionele scriptie na blijft dat nog veelal onontgonnen terrein.”

Was je trouwens bang voor de reacties van de fans op je eerste album?

“Ik zou liegen als ik nee zeg. De Kiekeboes hebben een erg trouw publiek. Het Laatste Nieuws publiceerde de voorbije periode dagelijks een pagina, en sommige online comments laten zich niet onbetuigd. ‘Trek je daar in elk geval niet te veel van aan’, zei Merho me op voorhand. De meeste fans lijken toch vooral enthousiast dat personages als Sapperdeboere en Vital terugkeren. Maar anderen gaan het dan weer wat ‘te klassiek’ vinden, nog anderen dan weer ‘te woke’, … je kan niet iedereen plezieren. De eerste reacties zijn gelukkig toch overwegend positief.”

 

Je voorganger Nix kreeg veel kritiek op zijn vernieuwingen. Hoe kijk jij naar zijn bijdrage?

“Ik heb veel respect voor wat Nix en Charel Cambré geprobeerd hebben. Ze kozen voor een andere insteek, met meer focus op Fanny en nieuwe personages. Maar De Kiekeboes zijn volgens mij net sterk door hun ensemble: Marcel, Charlotte, Van de Kasseien, Van Der Neffe, Moemoe… Als je die naar de achtergrond duwt, krijg je een ander soort strip. Dan mis je de humor en de gelaagdheid die typisch zijn voor het Kiekeboes-DNA denk ik. Fanny is maar zo cool en doortastend omdat ze als tegengewicht fungeert voor haar stuntelige vader, haar naïeve nonkel Vital, de arrogante Van De Kasseien, …”

quote image

Maatschappijkritiek moet zeker kunnen als het verhaal errond goed is. Maar het moet wel subtiel blijven, zonder belerende toon.

Mike Beyers

Welke personages heb jij het meest gemist?

“Charlotte en Marcel mochten weer meer in actie komen. Daarnaast zijn er ook de typische personages als Van de Kasseien. Hij is the boss you love to hate die Marcel als voetveeg behandelt. En ook de zeurende buurman Van Der Neffe, die destijds in de reeks van zijn vrouw is gescheiden. Dat was toen ongezien in de Vlaamse familiestrip. Zulke thema’s tonen dat Merho vaak bakens in de stripwereld verlegde. De lezers gingen wel mee in die verhaallijnen. Dat waren immers dingen die in het echte leven ook gebeurden.”

Ben je van plan maatschappijkritiek in je verhalen te brengen, zoals Merho dat ook deed?

“Dat moet zeker kunnen als het verhaal errond goed is. Ook in Camping Vital wordt een groot onrecht aangepakt. Maar het moet wel subtiel blijven, zonder belerende toon. De prioriteit is altijd: een straf verhaal, leuke dialogen en personages met wie je mee kunt leven. Dat alles uiteraard met het hart op de juiste plaats.”

 

Hoe reageren je UAntwerpen-collega’s op je nieuwe rol?

“Verbazend positief. Ik stelde vast dat heel veel collega’s de strips kennen, er vaak zelfs mee opgegroeid zijn, en ze nu nog geregeld voor hun kinderen kopen – in de hoop dat die wat minder op hun schermpjes zitten. Het is leuk om aan dingen te werken waar mensen fijne jeugdherinneringen aan hebben.”

Hoe kijk jij als docent communicatie naar strips als medium vandaag? Hebben ze aan relevantie verloren, of net niet?

“De jaren 1990 waren gouden tijden voor de strip. Toen ging de verkoop nog door het dak, bij wijze van spreken. Destijds was de strip iets aanweziger in het gezin en in de maatschappij, maar je vist vandaag natuurlijk in een erg drukke ontspanningsvijver. Aan de andere kant: vroeger golden strips zogezegd als inferieur aan boeken, nu zijn we al blij dát kinderen nog lezen. Strips kunnen een opstapje zijn naar die zogenaamde échte literatuur, maar kunnen in een drukke, stresserende wereld ook houvast, herkenbaarheid en warmte bieden. De belangrijkste rol van strips blijft voor mij toch mensen een fijne tijd bezorgen met een leuk verhaal.”

 

Zit de Universiteit Antwerpen binnenkort ook in een album? Konstantinopel als student, onze rector als zijn prof, Lerwig Heirs?

(lacht) “Zeg nooit nooit. De universiteit is een levendige, dynamische plek. Wat ik hier meemaak, inspireert me vaak. De campus, de gesprekken, de studenten, … alles kan een aanzet zijn voor een verhaal, ook de wetenschap. Ik heb een map vol artikels over wetenschappelijk onderzoek hier aan de universiteit dat kan dienen als potentiële inspiratie. Ik moet vier albums per jaar afleveren, dat is dus stevig. Ik merk dat ik daardoor voortdurend naar ideeën op zoek ben, bewust en onbewust.”

En tot slot: waar hoop je binnen vijf jaar te staan als scenarist?

“Ik hoop dat ik mijn vaardigheden als scenarist daartegen geperfectioneerd heb en dat ik al mijn deadlines gehaald heb. (lacht) Dat De Kiekeboes een lange, gezonde en mooie toekomst hebben, dat ik een aantal straffe verhalen heb mogen schrijven met verrassende plotwendingen die tegelijk logisch en goed bevonden worden. En dat ik een aantal leuke nieuwe personages heb mogen introduceren. Dit is écht wel mijn droomjob. Toen ik onlangs een oud dagboek terugvond, las ik van mijn achtjarige ik: ‘Ik heb beslist: ik wil striptekenaar worden.’ Dat is misschien niet helemaal gelukt, maar ik ben toch héél dicht in de buurt gekomen. Via een lange omweg, en een stroke of luck. Nooit ophouden met dromen!”

Het nieuwe album Camping Vital is verkrijgbaar in de boekhandel of via strips.be.

Kom meer te weten over de opleiding Professionele Communicatie & Management.

Deel dit artikel