Hetty Helsmoortel en Lieven Scheire: “Humor is een goede saus”
In het kort
- Hetty Helsmoortel en Lieven Scheire krijgen dit jaar het eredoctoraat voor Algemene Verdiensten van UAntwerpen.
- Als wetenschapswatchers maken ze via o.a. Nerdland wetenschappelijk nieuws toegankelijk en aantrekkelijk voor een breed publiek.
- Ze werken nauw samen met onderzoekers en geven hen een podium.
- Sterke wetenschapscommunicatie draait volgens hen vooral om een boeiend verhaal. Hoe je dat verhaal brengt, bepaal je zelf.
Op 20 maart krijgen wetenschapswatchers Hetty Helsmoortel en Lieven Scheire het eredoctoraat voor Algemene Verdiensten van UAntwerpen, als erkenning voor de enthousiaste en onderbouwde manier waarop ze wetenschap toegankelijk maken voor een breed publiek. Met de podcast en het wetenschapsfestival Nerdland, maar ook met eigen zaalshows, geven ze wetenschappelijk nieuws een podium. Elk leggen ze eigen accenten in hun werk, maar over de essentie van sterke wetenschapscommunicatie zijn ze het roerend eens: “Vertel bovenal een boeiend verhaal!”
We ontmoeten Hetty Helsmoortel en Lieven Scheire op een besneeuwde dag in een koffiebar in Gent. Zodra de natte jassen uit zijn en de dampende koffiekoppen op tafel staan, blikken ze terug op dat verrassende telefoontje van de universiteit. Benaderd worden voor een eredoctoraat, het overkomt je niet elke dag. Wat ging er toen door hun hoofd? “Zijn wij niet te jong?”, klinkt het in koor. Helsmoortel legt uit: “De typische eredoctor is een stuk ouder dan wij en heeft een lange onderzoekscarrière achter de rug. We hadden dit dus écht niet zien aankomen. Natuurlijk zijn we bijzonder vereerd.”
De titel bekroont niet alleen hun eigen traject, maar onderstreept ook het algemene belang van wetenschapscommunicatie: de kunst om wetenschappelijk nieuws helder en aantrekkelijk over te brengen op een breed publiek. Die erkenning voor het vak is mooi, vindt Scheire, al is het niet zijn drijfveer: “We zijn hiermee begonnen omdat we het zelf tof en boeiend vinden, niet vanuit een hoger maatschappelijk doel.” Helsmoortel knikt: “Passie en goesting drijven ons. En dat blijkt aan te slaan!”
De toekomstige eredoctors kregen al heel wat fijne reacties. “Ik hield m’n hart een beetje vast voor kritiek,” bekent Scheire, “maar die bleef gelukkig uit. Zelfs uit de academische wereld kreeg ik felicitaties, en ze noemden het verdiend.” Helsmoortel: “Ik ontving ook heel fijne mailtjes. Inclusief van mensen naar wie wij zelf opkijken, zoals Frank Deboosere! Dat doet deugd.”
Een eredoctoraat is natuurlijk iets anders dan een ‘gewoon’ doctoraat – een diploma dat Helsmoortel overigens óók heeft behaald, voor haar kankeronderzoek. “Een proefschrift schrijven is keihard werken”, zegt ze. “Dit eredoctoraat daarentegen krijgen we.” Scheire nuanceert: “We hebben natuurlijk hard aan onze missie gewerkt. Maar dat deden we niet met het oog op deze titel, zoals een doctoraatsstudent dat wel doet. Wees gerust: we stellen de twee types doctoraten zeker niet zomaar gelijk.”
Passie en goesting drijven ons. En dat blijkt aan te slaan!
Een gevarieerd parcours tot wetenschapswatcher
Een wetenschapswatcher is iemand die het wetenschappelijke nieuws op de voet volgt en dat vervolgens helder ‘vertaalt’ naar het grote publiek. Maar hoe word je dat eigenlijk? Helsmoortel noch Scheire had als achttienjarige al deze carrière voor ogen. Ze kwamen er eerder toevallig bij uit, elk via een uniek en gevarieerd parcours. “Ik heb moleculaire biologie gestudeerd”, vertelt Helsmoortel. “Na mijn master rolde ik meteen in een doctoraat, maar ik kreeg een depressie. Toen besloot ik het over een andere boeg te gooien en ging ik drama studeren. Ook daar vond ik mijn draai niet helemaal. Uiteindelijk ben ik aan een nieuw doctoraat begonnen, dat ik afwerkte, maar ik miste het om verhalen te brengen. Daarom schreef ik me in mijn laatste jaar in voor enkele wedstrijden in wetenschapscommunicatie, die ik won. Dat leidde onder andere tot een schermtest voor het actuaprogramma De afspraak – en toen ging de bal aan het rollen.” Eerst combineerde ze haar werk als wetenschapswatcher nog met academisch onderzoek. “Ik was postdoctoraal onderzoeker en engageerde me daarnaast voor verschillende populair-wetenschappelijke projecten. Op een bepaald moment besefte ik dat net die projecten me de meeste energie gaven. Toen heb ik voluit voor dit pad gekozen.”
Ook Scheires traject kende enkele verrassende wendingen. “Als tiener twijfelde ik tussen filmstudies of fysica. Het werd dat laatste – een fantastische opleiding! Tegelijk begon ik als student met stand-upcomedy in cafés. Dat was een heerlijke tijd. Ik besloot af te wachten welke piste het snelst interessante opportuniteiten zou bieden: fysica of comedy.” In zijn laatste masterjaar deed zich een gouden kans voor. “Met ons comedy-ensemble Neveneffecten kregen we een proefcontract bij productiehuis Woestijnvis. Ik zette mijn studies on hold om mijn tv-carrière een kans te geven.”
En die carrière nam een vliegende start. Aanvankelijk kwam Scheire nog ‘puur’ als comedian op de buis, zonder wetenschappelijke insteek. “Achter de schermen stond ik wel bekend als wetenschapsfanaat. Zo mailde ik geregeld fysicaweetjes rond op Woestijnvis. Toen het praatprogramma De laatste show met een wetenschapsrubriek startte, vroegen ze mij voor het fysicaluik. Algauw merkte ik dat daar echt een publiek voor was, dat te weinig bediend werd.” Een gat in de markt, dus.
Timmeren aan vertrouwen en succes
Inmiddels zijn Helsmoortel en Scheire uitgegroeid tot gevestigde namen. Ze geven geregeld duiding bij wetenschapsnieuws op radio en televisie, trekken volle zalen met hun shows Missie 2024 en Artificiële intelligentie, en zijn samen de drijvende kracht achter Nerdland. Dat project groeide uit tot een heus universum voor wetenschapsliefhebbers, met onder meer een populaire podcast, tal van boeken en zelfs een openluchtfestival. De inspiratie daarvoor vond Helsmoortel in het Verenigd Koninkrijk. “Daar bestaan wetenschapsfestivals al langer. Een paar jaar geleden bezocht ik er voor het eerst één. Dat voelde als thuiskomen! Ik dacht meteen: waarom hebben wij dit niet? België is wereldtop in festivalorganisatie én wetenschap. Dus ben ik zeer ambitieus beginnen dromen en plannen.” Intussen is Nerdland Festival al aan de vierde editie toe. “En nu komen de Britten bij óns inspiratie opdoen”, lacht Scheire. “Geen enkel van hun wetenschapsfestivals heeft de toegankelijkheid en sfeer van Nerdland Festival.”
Het succes van al deze initiatieven staat buiten kijf, en de carrières van Helsmoortel en Scheire boomen meer dan ooit. Niemand twijfelt vandaag nog aan hun kunnen als wetenschapswatchers – maar aan dat succes en vertrouwen hebben ze jarenlang getimmerd. Helsmoortel vertelt: “Wat ons werk geloofwaardig maakt, is dat het niet puur om onszelf draait. Andermans onderzoek komt veelvuldig aan bod. En we maken ons materiaal niet alleen over wetenschappers, maar ook met hen.” Dat beaamt Scheire: “We noemen altijd de onderzoekers of bedrijven in kwestie en betrekken hen zo veel mogelijk. Op die manier geven we hen een podium – op ons festival zelfs letterlijk.”
Na jaren hard werken is het in Vlaanderen duidelijk wat ze precies doen en worden ze daarin ook serieus genomen, aldus Helsmoortel. “Ook wetenschappers weten inmiddels dat wij niet in talkshows opduiken voor een academisch praatje, maar wel om complexe materie helder uit te leggen. Al krijgen we nog steeds mailtjes van academici om de puntjes op de i te zetten, hoor: denk aan nuances of termen die we in een populariserende uitleg niet hebben meegenomen. Soms seinen ze ook rechtzettingen door – daar doen we uiteraard altijd iets mee.” Scheire merkt op dat ook het publiek een sterke mening heeft én die uit: “Onderschat niet waaraan je je blootstelt wanneer je publiek over wetenschap praat. Van zodra je in de media komt, krijg je sowieso reacties. Daar zit ook bagger tussen. Ik heb helaas al vaak gezien dat dat mensen ontmoedigt om ermee door te gaan.”
Verhalen vertellen
Zowel hun solo- als hun gezamenlijke projecten bevatten steevast een flinke dosis humor. “Ik ben daar ingerold via Lieven”, zegt Helsmoortel. “Humor is voor mij geen doel op zich, maar wel een goede ‘saus’ om wetenschappelijke content toegankelijk te maken.” “Toen ik nog pure comedyshows bracht, stond humor centraal,” vertelt Scheire, “maar mijn kijk daarop is veranderd. Je hoeft niet de hele tijd grappig te zijn, maar wel de hele tijd interessant. Daarom probeer ik in mijn shows nu vooral veel boeiende dingen te vertellen, met af en toe een mop ertussen.” Geen van beiden vindt humor noodzakelijk voor sterke wetenschapscommunicatie. “Ik volg enkele populariserende wetenschapskanalen op YouTube”, zegt Scheire. “Die mensen zijn niet per se grappig, maar het zijn wel stuk voor stuk sterke vertellers.” Helsmoortel knikt: “Daar draait het om: boeiende verhalen vertellen! En dat kan op heel verschillende manieren.”
Je hoeft niet de hele tijd grappig te zijn, maar wel de hele tijd interessant.
Jonge onderzoekers of wetenschapsfanaten kunnen zich misschien geïntimideerd voelen door de sterke achtergrond van Scheire en Helsmoortel als wetenschappers én performers. Maar dat is niet nodig, benadrukken de twee toekomstige eredoctors. “Volg je hart en buikgevoel”, zegt Helsmoortel. “Doe, probeer, experimenteer! En onthoud: je parcours is nog niet volledig uitgestippeld. Je kan nog zo veel kanten uit.” “En iedereen kan bijleren, op elk niveau”, vult Scheire aan. Als afsluiter van ons gesprek deelt hij nog zijn belangrijkste tip om onderzoek helder uit te leggen: “Beeld je in dat je met vrienden op café zit. Dan vertel je op je best. Je voelt je op je gemak, hebt geen tekst uit het hoofd geleerd, je benadrukt spontaan het spectaculaire in je verhaal… Bij wedstrijden in wetenschapscommunicatie presteren kandidaten vaak ook beter tijdens de vragenronde dan tijdens hun eigenlijke presentatie. Wie in dit vak wil groeien, oefent daarom best in een informele setting.”
Eredoctoraten UAntwerpen
Wie nog meer wil bijleren van Helsmoortel en Scheire, kan zich inschrijven voor hun masterclass op 20 maart. Later die dag worden ze officieel gehuldigd en mogen ze zich met trots eredoctor noemen.