Kan een tampon of maandverband je vaginale gezondheid beïnvloeden?
Heeft het type menstruatieproduct invloed op ons vaginale microbioom, en mogelijk ook op klachten zoals menstruatiepijn of terugkerende vaginale schimmels? Dat onderzoekt het citizen science-project LUNA. Al kunnen onderzoekers zoals Leonore Vander Donck daar dringend nog wat funding bij gebruiken.
In 't kort
- Mensen die menstrueren gebruiken gemiddeld 15.000 menstruatieproducten in hun leven. Toch is er nog heel weinig onderzoek naar het effect op de vaginale gezondheid.
- Moederproject Isala zag opvallende verschillen tussen menstruatieproducten: bij cups lijken vaker ‘goede’ lactobacillen in onze vagina aanwezig, terwijl sommige maandverbanden meer diverse bacteriën tonen. De LUNA-studie onderzoekt dit nu in detail.
- De LUNA-studie is wereldwijd uniek: 88 vrouwen testten vijf menstruatieproducten, goed voor 3.000 stalen, maar de duurste analyses staan nog on hold door budgettekort.
Weg vaginale schimmels
Tampons, maandverband, menstruatiecups of menstruatieondergoed: we gebruiken ze zo’n 2.700 dagen in ons leven. Maar kunnen die producten ons vaginale microbioom – en dus het risico op vaginale schimmels en andere aandoeningen – beïnvloeden? Het korte antwoord: ja, mogelijks wel. En eindelijk wordt dat nu grondig onderzocht.
Binnen het LUNA-project, een dochterstudie van het citizen science-project Isala, onderzoekt bio-ingenieur Leonore Vander Donck samen met een enthousiast team onderzoekers hoe verschillende menstruatieproducten de vagina beïnvloeden. De eerste tussentijdse resultaten zijn veelbelovend én verrassend. Maar om alle stalen daadwerkelijk te kunnen analyseren, is nog 150.000 euro nodig. Daarom start de Universiteit Antwerpen een crowdfundingcampagne.
15.000 menstruatieproducten
Vander Donck kwam via haar masterthesis bij Isala terecht en voelde meteen: hier gebeurt iets met maatschappelijke relevantie. “Vrouwen gebruiken gemiddeld 15.000 menstruatieproducten in hun leven. En toch wisten we bijna niets over de impact ervan op het vaginale microbioom. Dat kan toch eigenlijk niet?”
Met LUNA wil ze die leemte opvullen. Het onderzoek test vijf producttypes – tampon, menstruatiecup, menstruatieondergoed en een geparfumeerd versus een biologisch maandverband – telkens bij dezelfde vrouwen. “Dat is wereldwijd nooit eerder gedaan,” zegt ze.
Leve menstruatiecups!
Hoewel de diepste DNA-analyses nog moeten gebeuren, ziet het team nu al duidelijke trends in de survey- en gebruiksdata van 600 vrouwen:
1. Menstruatiecup opvallend gunstig
“Bij de LUNA-populatie gebruikt 50% een menstruatiecup. Dat is vijf keer hoger dan in andere westerse landen,” vertelt Vander Donck. “Eerder Isala-onderzoek toonde al dat cups vaker gepaard gaan met een hogere aanwezigheid van lactobacillen. Dat zijn bacteriën die een gezonde vaginale omgeving ondersteunen en beschermen tegen bijvoorbeeld een schimmelinfectie.”
2. Bij maandverband meer diversiteit
“Een hoge bacteriële diversiteit is niet noodzakelijk slecht,” meent Vander Donck, “maar sommige patronen overlappen met profielen die we vaker zien bij vaginale infecties. Het is te vroeg om conclusies te trekken, maar het toont waarom dit onderzoek zo belangrijk is.”
3. Menstruatiepijn zwaar onderschat
“Uit onze data blijkt dat maar 2% van de vrouwen totaal geen menstruatiepijn ervaart. 20% kan minstens één dag per maand niet functioneren door de pijn, 50% kan zich hierdoor minder concentreren en 1 op de 3 zocht al medisch advies”, vertelt Vander Donck. “44% van de vrouwen had bovendien nooit les gekregen over menstruatie-hygiëne op school.”
Vrouwen gebruiken gemiddeld 15.000 menstruatieproducten in hun leven. Toch wisten we bijna niets over de impact ervan op het vaginale microbioom. Dat kan toch eigenlijk niet?
5 menstruatiecycli, 5 producten
Voor de interventiestudie werden 88 vrouwen geselecteerd (18–40 jaar, zonder ernstige reproductieve aandoeningen, niet-rokers, stabiele menstruatiecyclus). “Elke deelnemer gebruikte gedurende vijf opeenvolgende cycli telkens één product”, legt Vander Donck uit. “Per cyclus werden drie stalen verzameld, voor de cyclus, tijdens en na. Dat was voor onze proefpersonen erg intensief. Vrouwen gebruiken normaal meerdere producten door elkaar. Nu moesten ze per cyclus bij één blijven. Toch was de motivatie hoog: sommige deelnemers gebruikten tijdens de studie voor het eerst een cup of menstruatie-ondergoed, en veel van hen bleven die producten nadien gebruiken.”
Dure analyses
De LUNA-stalen worden geanalyseerd met ‘metagenomic shotgun sequencing’, een uiterst gedetailleerde techniek die het volledige DNA van de bacteriën in kaart brengt.
“Waar traditioneel onderzoek maar kleine stukjes DNA ziet, zien wij het volledige plaatje: welke bacteriën aanwezig zijn én welke functies ze hebben,” legt Vander Donck uit. “Maar die diepgang kost veel geld. Daarom is extra financiering cruciaal: aan 150 euro per staal en nog 1.000 stalen te gaan, hebben we dus nog 150.000 euro nodig. Zonder bijkomende middelen kan een belangrijk deel van het materiaal voorlopig niet geanalyseerd worden.”
Lactobacillus vaginale for the win!
Onze universiteit roept daarom iedereen op om LUNA te steunen. “Elke gift, hoe klein ook, brengt de analyses dichterbij”, aldus Vander Donck. “We hebben een unieke dataset. Als we die volledig kunnen analyseren, kunnen we eindelijk wetenschappelijk onderbouwd advies geven: welk product is het gezondst voor onze vagina? En hoe kunnen fabrikanten hun producten verbeteren? Er bestaan vandaag geen veiligheidsstandaarden voor menstruatieproducten – dat moet anders.”
Voor Vander Donck is LUNA meer dan onderzoek: het is empowerment. “Vrouwen durfden in onze vragenlijsten opvallend open praten over hun vulva, hun menstruatie en hun klachten. Dat toont hoe groot de nood is.”
Steun het onderzoek naar menstruatieproducten
Schrijf mee geschiedenis en help dit baanbrekende onderzoek naar een volgende fase.
- Doneren kan rechtstreeks via ons crowdfundingplatform of via overschrijving naar IBAN BE42 7310 4624 7854, met vermelding ‘Gift LUNA’.
- Meer weten over het moederproject Isala? Lees het interview met hoofdonderzoekster Sarah Lebeer.